Nog een verhaal dat ik vroeger eens opgedist heb.
De Old Course van St Andrews. Iedereen wil in zijn golfleven eens die legendarische baan spelen.
Ik deed dat viermaal. Niet dat ik dol ben van die baan.
De “New” vind ik leuker. Het nabijgelegen Kingsbarns is zelfs de nummer 3 in mijn persoonlijke top 10.
Alleen heeft de Old Course de faam dé baan te zijn.
Ik geeft grif toe dat ik op de eerste tee van mijn eerste ronde kippenvel kreeg toen ik via een krakende luidspreker “The party of Mister Champagne can tee off” hoorde.
Effe focus en mijn bal landde midden de hemelsbrede fairway van holes 1 en 18. Een landingsbaan… Die was toen voor één van mijn flightgenoten niet breed genoeg. Een slice van jewelste tot haast op het strand…

Leuk gespeeld die eerste Old Course-ronde. Deels dankzij een topcaddie die het simpel hield. “Sla alles steeds naar links. Daar zijn de minste problemen.”
Het moment suprême van de ronde? Uiteraard de slag deels over het bijgebouw van het Old Course Hotel. Wel kozen, op aanraden van de caddie, voor de middelse “O” in de aanduiding op de werkplaats van het hotel. De juiste keuze.

Midden de fairway. Tweede slag net voor de green, maar rechts van de lonkende “Road Hole” bunker. Dan een verre, dus bevende chip naar de vlag. Vier meter putt er in. Par! Dat zou me de drie andere keren niet meer gebeuren…
Leukste ronde was de tweede. Ik speelde toen vanaf handicap 4,7. Er was nauwelijks wind en mijn drive liep wonderwel. Het kwam er toen op aan uit de 112 bunkers van de Old Course te blijven. Waar mijn caddie met veel overtuiging me mooi langs loodste. Hij had blijkbaar een weddenschap lopen met de collega caddie van mijn flightgenoot. “Wij” wonnen…
De laatste maal? Gestart met stralende zon.

Geëindigd in striemende regen. Ook dat is soms Schotland.
|