Italië is en blijft een absolute toplocatie voor iemand die op zoek is naar golfplezier met een extraatje.
De banen zijn mooi én uitdagend, de greenfee is best betaalbaar alhoewel men, zeker op de toeristische golfbanen, een forse inhaalbeweging aan het maken is.
Het is er op de meeste golfbanen ook niet al té druk. Een waar contrast met andere de hemel ingeprezen golfbestemmingen.
We herhalen het nogmaals. Het beste van het Italiaanse golfbaanbod moet je rond Turijn zoeken. "Le Betulle" Biella (foto) is en blijft de Italiaanse "numero uno". Het tot Royal Park omgedoopte I Roveri een absolute subtopper. Zoals overigens het statige Circolo Torino.
De Milanese regio, hoe kan het ook anders..., geeft echter tegengas. Bogogno, Castelconturbia, Villa d'Este, Castello di Tolcinasco en het wat verder gelegen "L'Albenza" Bergamo zijn eveneens absolute aanraders.
De regio rond het Lago di Garda probeert ook een graantje mee te pikken, maar moet ootmoedig toegegeven dat kroonjuwelen als Palazzo Arzaga (foto) en het gloednieuwe Chervò San Vigilio de vergelijking met voorgaande clubs moeilijk kunnen doorstaan.
Rond Firenze hengelen oudgediende Ugolino en relatieve nieuwkomers Le Pavoniere en zeker Poggio dei Medici naar Toscane-reizigers. Wat eveneens voor Punta Ala en Argentario (foto) geldt.
Het mooie San Domenico (foto) onderstreept dat er in de hiel van het Italiaanse schiereiland ook schitterend kan gegolfd én getoefd kan worden. Idem dito in Sardinië. Maar daar is het kostenplaatje uiteraard wat duurder. Qua verblijf dan, want de greenfeeprijzen zijn in Italië meestal best haalbaar. Een aanrader dus.
|