A German…
Voortbordurend op het verhaal van gisteren. Royal St. George’ dus. Weer met caddie. Zoals mijn medespelers.
Op de eerste tee geen probleem. Hij wees me de weg aan en ik sloeg daar naar toe. Midden fairway. Ook de tweede hole, een toch wel verraderlijke dogleg, werd in par bedwongen. Dan een lange par 3 zonder bunkers. Op de green, twee putts, derde par op rij.
De vierde hole, met de Himalaya-bunker die nu wel hertekend is omdat hij dreigde in te storten, ook geen probleem. Mijn caddie loodste me feilloos, zoals op de vorige holes, voorbij alle hindernissen, dus ook die Himalaya.
In drie op de green, maar wel een uitgeholede par putt.
Je zag mijn caddie al zegevierend naar de andere caddies kijken. Ze hadden blijkbaar een weddenschap lopen…
Hole 5 speelde in dogleg naar de kust toe. Geen makkie, alhoewel mijn caddie me zei dat John Daly hier, over hoge duinen, in The Open 2003 als eerste in de green gedrived had. 360 meter… Wij deden er drie slagen en weer een single putt over.
Dan kwam hole 6, “The Maiden”. Een par 3 met een compleet blind shot.
“Alles is OK, behalve de front bunker”, gaf mijn caddie andermaal een duidelijke tip. “Je moet hier gewoon de afstand slaan. Vandaag is dat maar 130 meter”, zeker zijnde dat ik die afstand zou slaan. Ik heb het nooit gehad met blind shot, dus…
Mijn zonder vertrouwen geslagen bal kwam blijkbaar niet verder dan 110 meter. “You’re in that bunker…”, hoorde ik hem ontgoocheld zuchten. Meteen wist hij blijkbaar dat ik mijn aaneenschakeling van pars mocht vergeten.
Toen ik mijn bal in die voorste diepe bunker tegen de rand zag liggen, wist ik het al. “Hoe raak ik hier in hemelsnaam uit…?”, spookte meteen door mijn hoofd dat de voorgaande holes in heuse golfwolkjes was. Wat meteen in de praktijk werd bevestigd.
Eén slag, een tweede slag, een nog slechtere ligging, dan nog maar een paar keer in recordtempo proberen. Eindelijk raakte ik uit die bunker. Moedeloos holede ik na drie putts uit.
Ik keek wanhopig, maar ook ergens verontschuldigend naar de caddie. “A German…” zie die tegen mij. Ik keek hem onbegrijpend aan. “A nine…”, verduidelijkte hij.
“Zoals in het Duits “Nein!”.
Mijn gehark naar die 9, verknoeide uiteraard mijn kaart. Wij wonnen wel de stoke play ondanks die “German”.
Met de nadruk op “wij”, want mijn caddie bleef me, ondanks het “disaster”, perfect loodsen.
|