“Bella Italia” wordt niet meteen met golfen geassocieerd. Het land heeft heel wat andere troeven die het dan ook dolgraag uitspeelt. Dat golf daar ogenschijnlijk niet bij hoort, heeft vooral te maken dat de sport in de Italiaanse laars niet voor vol aanzien wordt. Eerder als een leuk tijdverdrijf voor de Italiaanse elite.

Lid worden van een gevestigde golfclub als Torino, Villa d’Este (foto) of Circolo di Venezia kost dan ook handenvol geld. Het veelvoudige van wat er in België gevraagd wordt. Ook greenfeeën is in het traditionele Italiaanse golfwereldje niet meteen aan de orde. Wil je regelmatig op een andere baan golfen, dan word je daar gewoonweg lid…
Dat erg elitaire is er wel uit aan het gaan. Daar zorgden deels de alsmaar talrijker wordende commerciële golfbanen voor.  De toeristische sector besefte immers dat het golfen een bijkomende toeristische aantrekkingspool voor het land kan betekenen. Vandaar tal van nieuwe golfinfrastructuren in de toeristische regio’s van het land. En dat zijn er veel…

Soms wordt er echter te overhaast te werk gegaan. Dat zorgt dan voor golfmisbaksels waar nauwelijks wat plezier aan te beleven is. Gelukkig zijn die duidelijk in de minderheid.  Italianen koesteren immers het mooie design. Wat je ook op hun golfbanen merkt. De goed ondersteunde en dus gestructureerde projecten maakten vooral gebruik van uitstekende golfbanenarchitecten zoals Robert Trent Jones, Robert von Hagge of eigen Marco Croze. Het “palmares” van de topper onder de Italiaanse golfbanenarchitecten is indrukwekkend. Riva dei Tessali, Le Rovedine, Circolo di Venezia, L’Albenza bij Bergamo, Torino, Metaponto en Golf Club Petersberg zijn van zijn meesterhand.

Vooral die Golfclub Petersberg (foto) typeert de nieuwe Italiaanse golfscène. Vlak bij Obereggen in de Dolomieten beseften de Zuid-Tirolse hoteluitbaters dat de golfsport het zomertoerisme in hun regio kon opkrikken. Zoals vroeger dan, want dat gebied bij het idyllische Lago di Carezza was vroeger al een uitblaasoord voor de toenmalige “Rich and Famous”. Van keizerin Sissi over Agatha Christie naar Winston Churchill genoten bijvoorbeeld van de luxe van het nu zieltogende Grand Hotel en de wat verder liggende golfbaan die later plaats moest ruimen voor een paar nieuwere hotels. Gelukkig kwam de Golf Club Petersberg die leemte opvullen. Een golfbergbaan “pur sang”. Niet te lang, dus technisch en met voldoende uitdagingen. Ook een baan die nooit verveeld. Daar zorgt de omliggende natuur met een paar mooie uitzichten voor. Ook de ontvangst is er hartelijk Italiaans-Duits. Dat wil zeggen met de nodige flair, maar wel met hoogstaande kwaliteit. Die vind je ook in de zusterhotels van Golf Club Petersberg. Zowel Hotel Cristal in Obereggen, als Mountain Resort Ganischgerhof in het nabijgelegen Deutschnofen (Nova Ponente) bieden alles wat de meest eisende golfer kan vragen. En daar hoort uiteraard een uitstekende keuken bij.

Meteen weet je waarom ons hart wildenthousiast voor de klassieke golfbanen in dat noordelijk deel van Italië blijft bonzen. Biella (foto) is en blijft onze nummer één. Waar overigens heel golfend Italië het roerend eens mee is. Ook Castelconturbia en de Bogogno-tweeling Bonora en Del Conte, twee schitterende von Hagge-werkstukken, zijn absolute beauty’s. I Roveri en Torino onderstrepen de regio rond Turijn als het Italiaanse golfmekka. Wat men in Milaan en bij uitbreiding in Como niet graag hoort. Daar toppen Villa d’Este, Le Robinie en het erg exclusieve Barlassina alles. Aan het Lago di Garda zijn dat Palazzo Arzaga en de nieuwe en vooral ambitieuze Chervo Golf San Vigilio(foto onderaan) in Pozzolengo. Keuze genoeg om een onvergetelijke golfvakantie te plannen.