Sommigen zweren bij Spanje. Anderen hebben eerder een boontje voor Portugal. Frankrijk is voor veel Belgen dé vakantiebestemming bij uitstek. Anderen zien meer in "la dolce vita" van Italië. Ook Turkije kwam aan de toeristische deur kloppen. Golfliefhebbers blikken ook graag noord- en oostwaarts. Het Verenigd Koninkrijk is immers hét walhalla voor de boeiend golfplezier zoekende greenfeeër. Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en nieuwkomers Tsjechië en Slovenië hengelen eveneens naar golfaandacht. Ook daar liggen heel wat aantrekkelijke golfbanen.

Golf eist uiteraard een prettig weertje. Dat vind je natuurlijk in het zuiden van ons werelddeel. Spanje is al van oudsher een fantastische golfbestemming. Waar vroeger vooral de Costa Brava en de Costa del Sol, zeg maar Costa del Golf, de toon aan gaven, hebben ook andere Spaanse Costa's zich geprofileerd als golfbestemming. Neem bijvoorbeeld het Polaris World-project bij Murcia. Maar ook rond Valencia en Jerez gonst het van de golfbedrijvigheid. Toch blijft de Costa del Sol de Spaanse golfbestemming nummer één. Iets waar absolute toppers als Vaderrama, Las Brisas en andere Sotograndes niet vreemd aan zijn. Opgepast voor de prijskaartjes. Die kunnen aan de Costa del Golf pittig zijn. Waar je aan de Costa Brava niet meteen moet voor vrezen. Die door heel wat Belgen gekoesterde strook barst van het golfleuks. De beide PGA de Catalunya-banen toppen uiteraard alles, maar Emporda en Pals zijn niet ver van die top verwijderd. Onbekend dus onbemind zijn uiteraard de banen aan de noordkust van Spanje. Daar schitteren San Sebastian, Pedrena en vooral Neguri.

Portugal is zog van Spanje

Portugal kan je op golfvlak in twee grote delen verdelen: de Algarve en de streek rond Lissabon. De Algarve is ongetwijfeld de meest populaire golfbestemming met Sao Lourenço, Quinta do Lago en de Villamoura-banen als eyecatchers. Rond Lissabon eisen Troia, Quinta do Peru, Penha Longa en de schitterende Praia d'El Rey-links alle aandacht op.
Frankrijk is van oudsher dé geliefkoosde toeristische bestemming van de Belgen. Ook op golfvlak? Niet meteen. In feite een foute inschatting want Frankrijk staat bol van golfparadijzen. Dat lees je op een andere pagina. Daarom springen we meteen over naar Italië. Dat land heeft op golfvlak een groot inhaalmaneuver gemaakt. Golfen was tot voor kort in Italië erg elitair. Daarom ontstonden er rond de grote steden selecte, zeg maar exclusieve golfoases waar alleen maar het allerbeste aangeboden werd. Villa d'Este, Biella, de beide Bogogno-banen, Castelconturbia, Arzaga, ook Torino stralen pure klasse uit. En dat aan een meer dan aanvaardbare greenfee-prijs... Dat verandert wanneer je meer naar de toeristische trekpleisters als Toscane, Rome en het diepe zuiden trekt. Daar beseffen ze dat golfen voor een ontegensprekelijke toeristische meerwaarde zorgt waar pittig voor betaald moet worden. Zeker op nobeleneiland Sardinië.

"Nieuwe" golflanden

Ook Slovenië wil een graantje van de "golfboom" meepikken. Zoals overigens Tsjechië dat wel op een eeuwenlange golfgeschiedenis kan bogen. Marianske Lazné en Karlovy Vary zijn daar prachtige voorbeelden van. In Zwitserland wordt de golfschotel met een rijkelijk sausje overdekt. Helemaal in de stijl van het Alpenland. In Oostenrijk is men wat "gemütlicher". Ook goedkoper. Toch zal men er moeten toegeven dat de bergbanen in Zwitserland beter zijn. De valleibanen daarentegen...
Duitsland dweept eveneens met kwaliteit. Dat men daarvoor wat aan sfeer moet inboeten, deert onze Oosterburen niet. Ze pronken wel met Falkenstein, Rettmar, Seddiner See en vooral de Nick Faldo-baan van Sporting Club Berlin. Maar ook het nabijgelegen Keulen en Düsseldorf omarmen heel wat golfparels. Ooit Gut Lärchenhof gespeeld?
Turkije is duidelijk één van de nieuwe golfbestemmingen. Vooral de streek rond Belek profileerde zich als een "must play". Meer dan de Noord-Afrikaanse landen die noeste pogingen blijven ondernemen om horden golfers te lokken. Die kiezen echter liever Dubai als golfbestemming. Maar da's een ander verhaal.